Plantenzuiveringen met oppervlaktestroming (FWS): Werking
Plantenzuiveringen met oppervlaktestroming bestaan ??uit waterdichte vijvers of ondiepe grachten.. De vloeivelden
kunnen dicht begroeide gebieden bevatten maar ook vrij wateroppervlak bezitten. Als submerse waterplanten of
emerse waterplanten worden gebruikt, moet een geschikt substraat aanwezig zijn om de groei van de planten te
bevorderen.
Omdat het water met lage snelheden door het vloeiveld stroomt zullen zwaardere deeltjes en zwevende stoffen
bezinken en neerslaan op de bodem. De moerasvegetatie zal deze sedimentatie bevorderen.
De microflora aanwezig op de vegetatie en in de waterkolom is verantwoordelijk voor de afbraak van opgeloste
organische verbindingen. De afbraakprocessen zijn zowel van aërobe als anaërobe aard.
Nutriëntenverwijdering is voornamelijk gebaseerd op opname door de planten. Maar stikstof kan ook verwijderd
worden door vervluchtiging van ammoniak en nitrificatie en denitrificatie. Nitrificeerders localiseren zich vooral om
en rond de zuurstof lekkende wortels. Indien het vloeiveld vrij dicht begroeid is met helofyten of bedekt met drijvende
planten dan wordt de zuurstofuitwisseling met de omgeving sterk beperkt en zullen anaërobe condities
overheersen. Plantenzuiveringen met oppervlaktestroming worden vaak gebruikt als tertiaire behandeling om
nutriënten verwijdering te bevorderen.